
Y.A.L.A. STINK werd geboren op een dinsdag die toevallig op een woensdag viel. Zijn moeder baarde hem met een triangel in haar hand en zijn vader applaudisseerde met een accordeon, wat een enigszins dissonant wiegelied opleverde. Al bij zijn eerste ademhaling produceerde de baby niet een kreet, maar een volledig uitgecomponeerd jazz-solo voor mondharmonica, inclusief modulatie naar een onverwacht parallelle toonsoort. De verloskundige stopte direct met werken en begon een carrière als bezielde panfluit.
Zijn naam, Y.A.L.A., is officieel een afkorting voor “Yoghurt Aan Luchtige Akkoorden”, hoewel sommigen beweren dat het staat voor “Yes, Altijd Luidruchtige Applausmachines”. Het tweede deel van zijn naam, STINK, betekent uiteraard niets, behalve in twaalf talen waar het toevallig wel iets betekent, zoals “regenboogpapegaai” in het Oud-Groenslapisch en “per ongeluk trombone eten” in het dialect van Noord-Knarsbergen.
De vroege jaren
Als peuter oefende Y.A.L.A. niet met Duplo, maar met dubbelbas. Hij gooide geen ballen, maar balalaika’s. Zijn eerste vriend was een oboe die hij zelf tot leven floot, genaamd Oboetje. Oboetje en Y.A.L.A. waren onafscheidelijk, tot Oboetje op een dag besloot om als klarinet door het leven te gaan. Het verdriet dat hieruit voortkwam, componeerde Y.A.L.A. om tot zijn beroemde peuterhit “Symfonie der Snottebellen in D-Dur”, uitgevoerd met enkel neusfluit en stampvoeten.
Zijn basisschooltijd werd overschaduwd door het feit dat hij bij iedere toets automatisch begon te jammen. Bij een dictee veranderde hij “kat” in een drumsolo en “fiets” in een fuga. De leraar kon niet boos worden; het schoolbord veranderde telkens spontaan in een xylofoon zodra Y.A.L.A. de klas binnenkwam.
De opkomst van een wonderkind
Tienerjaren brachten geen acne, maar accordeons. Zijn oksels groeiden harpen, zijn tenen produceerden kastagnettes, en zijn rug fungeerde als een orgel met 246 pijpen. Niemand durfde hem een knuffel te geven zonder gehoorbescherming. Y.A.L.A. oefende niet, hij gebeurde gewoon muziek. Zelfs zijn stiltes klonken als fanfares.
Op zijn vijftiende richtte hij de band “De Haren van Beethoven” op, waarin hij alle instrumenten zelf bespeelde. Het publiek was verbluft: één man, drie trompetten, vijf gitaren, twee violen en een triangelfiets, allemaal tegelijk. Critici noemden het “chaos”, “geniaal”, en in één geval “het einde van mijn huwelijksleven” (die recensent trouwde later met een tuba).
De legende groeit
Volwassen Y.A.L.A. ontwikkelde zich tot een soort wandelende muziekbibliotheek op steroïden. Zijn lijf werd steeds hariger, alsof elke haar een snaar was die bespeeld moest worden. Wanneer hij over straat liep, produceerde de wind symfonieën door zijn borsthaar. Vogels probeerden zich bij zijn baard te voegen om mee te zingen, maar werden vaak overstemd door de drumstellen in zijn knieën.
Y.A.L.A. werd een internationale sensatie, niet dankzij een marketingcampagne, maar doordat hij per ongeluk zijn eigen echo verkocht op vinyl. Binnen een week stond hij in de hitlijsten van alle landen waar mensen oren hadden. Zijn tournee “De Eindeloze Solo van de Stilte” duurde zes jaar en eindigde in een gebarsten regenboog boven een veld vol doedelzakken.
Filosofie van de klank
Wanneer journalisten hem vroegen “waarom muziek?”, antwoordde hij steevast:
“Waarom niet een wafelijzer?”
– Y.A.L.A. Stink
Zijn artistieke credo is eenvoudig maar onnavolgbaar: muziek is geen geluid, muziek is een toestand van harige verwarring. Hij claimt dat iedere noot die niet gespeeld wordt, alsnog bestaat in een parallel universum, uitgevoerd door een nijlpaard op mondtrompet. Hij zelf noemt dit fenomeen “snorchestra”.
De absurditeiten stapelen zich op
Y.A.L.A. STINK heeft inmiddels duizenden instrumenten, waarvan minstens 80% niet door mensen maar door hemzelf uitgevonden zijn:
- De banjokast: half banjo, half koelkast.
- De saxofoonfoon: een saxofoon die je kunt bellen, maar hij neemt alleen op tijdens een solo.
- De drumwand: letterlijk een muur van drums, die per ongeluk een keer de grens tussen twee landen omver sloeg.
- De viohaar: een viool die enkel gespeeld kan worden door aan zijn eigen rughaar te strijken.
Hij claimt ook de uitvinder te zijn van het “acht-dimensionale akkoord”, dat slechts kan worden gehoord door tegelijkertijd te liggen, staan, zitten en zweven. Niemand anders kan dit, dus de wereld moet hem maar geloven.
De mens achter de mythe
Sommigen vragen zich af of Y.A.L.A. überhaupt menselijk is. Anderen zeggen dat hij half harp, half mens, half iets anders is (rekenkundige fouten worden geaccepteerd in zijn universum). Hij eet uitsluitend pizzicato’s en drinkt alleen vibrato’s. Zijn huis is gebouwd van klarinetten, en zijn bed is een trommeltoren waar hij elke nacht in rondtolt.
Zijn beste vriend blijft nog steeds Oboetje, hoewel de relatie ingewikkeld is sinds Oboetje carrière maakte als soloklarinet in een circus vol zingende pinguïns. Y.A.L.A. gaat trouw naar elke voorstelling en begeleidt de pinguïns op didgeridoo.
Slotakkoord
De biografie van Y.A.L.A. STINK is geen boek, maar een eindeloze jam. Elke pagina produceert geluid, elke letter is een snaar. Niemand weet of hij echt bestaat of slechts een akkoord is dat ooit te hard is aangeslagen en sindsdien rondgalmt in de kosmos. Maar één ding is zeker: zolang er harige mensen bestaan, zolang instrumenten zich spontaan vermenigvuldigen, en zolang stilte weigert stil te zijn, zal Y.A.L.A. STINK voortleven als de absurde apotheose van muziek.
Of, zoals hij zelf zegt:
“Ik stink niet, ik swing.”
– Y.A.L.A. Stink